Memory

Iedereen heeft weleens memory gespeeld. Kinderen zijn er vaak heel goed in en vinden het leuk om te spelen. Het spel is heel geschikt om mee te oefenen. Heeft je memoryspel heel veel kaartjes?

Maak een selectie en doe een deel terug in de doos.


Oefentips taal en articulatie:
  • Oefen met wie aan de beurt is: Jij mag nu. Ik mag nog een keer.  Jij bent aan de beurt.
  • Vertel welke plaatjes je hebt gevonden. Heb jij dat thuis ook?
  • Waar denk je dat het andere plaatje is? 'Ik denk dat die hier ligt'
  • Waar zie je het plaatje dat je hebt gevonden in het echt? Waar gebruik je het voor?
  • Oefen met 'als': Als ik ook de andere .... vind, mag ik nog een keer.
  • Oefen met 'want' of 'omdat': 'Ik mag nog een keer, want ik had de andere ... ook gevonden'.
     of: 'Jij mag nu, omdat ik niet twee dezelfde plaatjes had'.

Oefentips lezen en spelling:
  • Heb je twee dezelfde plaatjes gepakt? Jij mag het volgende stuk lezen.
  • Schrijf de eerste letter van de plaatjes die je hebt gevonden.
  • Heb je een set gevonden? Schrijf beide het woord op.
  • Zoek iets in de ruimte dat begint met de klank van het plaatje dat je hebt gevonden. 
  • Schrijf op welk plaatje je hebt gevonden. Wat gebeurt er op het plaatje?
  • Maak een zin bij het plaatje dat je hebt gevonden en schrijf het op.
         Oefen zo met wat bij een zin hoort: de hoofdletters en punten.
  • Heb je twee of meer plaatjes bij elkaar gevonden in één beurt? Bedenk een zin met alle             plaatjes. Oefen zo met een langere zin met 'en'
  • En als je dat iets hebt opgeschreven: Welke regels horen bij het woord?


Lotto

Geen lotto in huis? Maak het eenvoudig van memory! Scheid de paren, leg de ene helft van de plaatjes op de kop in het midden en verdeel de andere helft over de spelers. Pak nu om de beurt een kaartje en kijk of jij de andere helft hebt. Zo niet, dan leg je het terug in het midden of geef je het aan de juiste speler,  zodat die een paar kan maken.

Gebruik bovenstaande oefentips tijdens het spelen.

Onderwerpen in Logopedie